Gooi er maar een lucifer in als ik er niet meer ben, zei mijn moeder altijd.
Tja, dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Betekende wel dat ze dondersgoed wist wat de situatie was. En zoals ik al heb geschreven wou ze ook echt nog wel opruimen, maar was er niet genoeg tijd meer.
Na inmiddels al ruim 160 manuren van opruimen (en we zijn nog niet eens halverwege) zijn we tot de conclusie gekomen dat we echt wel alles na moeten kijken. Mijn moeder was, door medicatie, al even niet meer helemaal helder. We hebben dan ook onderin een doos de gouden trouwring van haar moeder gevonden, en het eigendomsbewijs van de auto is nog zoek.
Aan ons dus om elke doosje en bakje open te maken en elke keer is het een verrassing wat we vinden, soms is het echt prullaria, maar andere keren creatieve uitspattingen of sieraden.
Het is een bijzonder, maar zwaar proces om doorheen te gaan. Dus toen mijn man vanochtend tijdens het opruimen (om een geheel andere reden) vroeg of er nog lucifers in huis waren, moest ik stiekem wel even lachen.