Elke maandag kwam ik bij mijn moeder om haar te helpen haar huis op te ruimen. We wisten het beiden, ze zou deze taak niet meer volbrengen, maar daar praatten we niet over.
Het zijn bijzondere dagen geweest. Met de vele spullen die door haar handen gingen kwamen ook herinneringen vrij. Soms vertelde ze mij over die herinneringen, soms ook niet, dan was het te privé. Ik koester de herinneringen aan deze dagen met mijn lieve mooie bijzondere moeder. Wat had ik het toch graag samen met haar af gemaakt. We hebben helaas alleen het tipje van de ijsberg kunnen doen.
En nu, nu moeten mijn zus, broer en ik de klus verder samen klaren. Dit worden ook bijzondere dagen, dat weet ik zeker, maar het wordt ook zwaar. Alles zullen we door onze handen moeten laten gaan, al haar herinneringen die nu verloren zijn gegaan. Is dat erg of juist niet? Maakt het uit? Het gaat nu om ons, de kinderen, onze toekomst en onze eigen herinneringen.
Morgen gaan we beginnen…